Wanneer kan je een vergeten huurindexering met terugwerkende kracht vorderen?
Schriftelijk verzoek richten aan huurder
De woninghuurregelgeving stelt dat deze aanpassing maar terugwerkt tot drie maanden voorafgaand aan het verzoek. Wil je als verhuurder de huurprijs indexeren, dan moet je hiervoor eerst een schriftelijk verzoek richten aan de huurder. Een indexering kan dus nooit automatisch plaatsvinden.
Drie maanden teruggaan in de tijd
Van zodra je dit verzoek aan de huurder hebt gericht, kan je vervolgens drie maanden teruggaan in de tijd om de indexering die je in het verleden vergat te vragen, toch nog (een deel) te recupereren.
Laat ons even terug kijken naar ons voorbeeld…
Hier richt de verhuurder het verzoek tot indexering aan de huurder in de maand januari 2023. Dit betekent concreet dat de verhuurder de indexering voor de maanden januari 2023, december 2022, november 2022 en oktober 2022 kan vragen. Dit komt dus neer op de indexering voor de maand waarin de verhuurder het verzoek tot indexering aan de huurder richt + de drie maanden die hieraan voorafgaan. Oudere indexeringen zal de eigenaar dus niet meer kunnen terugvragen van de huurder. Dit is ook logisch, omdat de huurder anders onbeperkt met invorderingen voor niet-gevraagde indexeringen zou kunnen worden geconfronteerd.
Wat als de verhuurder niet over een gunstig EPC beschikt?
Let wel op, de regel dat je drie maanden kan teruggaan in de tijd houdt sinds kort een belangrijke beperking in. Indien je als verhuurder niet over een gunstig EPC beschikt, dan zal je geen drie maanden kunnen terugkeren in de tijd. Dit kan zelfs niet indien je nadien wel een EPC met bijvoorbeeld een label A of B zou kunnen voorleggen.
Stel dat de verhuurder in ons voorbeeld pas sinds januari 2023 over EPC label B beschikt, dan zal hij geen indexering kunnen terugvorderen voor de maanden december 2022, november 2022 en oktober 2022. Voor deze maanden kon de verhuurder immers nog geen gunstig EPC voorleggen.